Autoren-Bilder

Konrad Bayer (1932–1964)

Autor von Der Kopf des Vitus Bering

21 Werke 133 Mitglieder 3 Rezensionen Lieblingsautor von 4 Lesern

Über den Autor

Werke von Konrad Bayer

Getagged

Wissenswertes

Andere Namen
Bayer, Conrad
Geburtstag
1932-12-17
Todestag
1964-10-10
Begräbnisort
Hernalser Friedhof, Vienna, Austria
Geschlecht
male
Nationalität
Austria
Geburtsort
Vienna, Austria
Sterbeort
Vienna, Austria
Todesursache
suicide
Berufe
writer
Organisationen
Wiener Gruppe

Mitglieder

Rezensionen

Verschenen op MappaLibri 24.08.2017
--
Proza op de breuklijn van de taal

Geniaal schrijver, iconoclast, coole dandy, beroepsontregelaar, über-bohémien, taalsolipsist, ontluisterende anarchist, volbloed theaterman en extatische rebel. Konrad Bayer (1932-1964) — een natuurkracht op zichzelf — was het wellicht allemaal. Zijn werk ontsnapt tot op vandaag aan iedere vorm van categorisering, terwijl zijn levenslustige en geestverruimende brille onverminderd tot de verbeelding blijft spreken. Liefhebbers van vrolijk bedwelmende, maar somber indringende avant-gardeliteratuur zullen meer dan hun gading vinden in 'De peer en ander proza', een mooie selectie van Bayers korte prozastukken.

Bayer groeide op in Wenen in een bescheiden milieu: zijn vader was een bankbediende, zijn moeder conciërge. Van kindsbeen af had hij een uitgesproken talent voor tekenen. Na het gymnasium wilde hij naar de academie om schilder te worden, maar zijn vader verplichtte hem om een handelsopleiding te volgen. Nadien werkte Bayer zes jaar lang bij de grote Weense bank Creditanstalt, waar hij met de hulp van een oudere collega leerde speculeren op de beurs. In 1957 trok hij met zijn beursopbrengst naar het beruchte casino van Baden bij Wenen om er zijn winst aan de roulettetafel te verhogen. Die was groot genoeg om zijn baan voorgoed op te geven en zich volledig aan de schone kunsten te wijden. Bayer was een echte bohémien, leefde intens, reisde veel en probeerde alles uit. Hij flirtte eventjes met een studie psychologie, nam voor korte tijd de galerie van de schilder Ernst Fuchs over, schreef toneelwerk en werkte als acteur en scenarist mee aan experimentele films (de bekendste zijn 'Sonne halt!' van Ferry Radax uit 1960 en 'mosaik im vertrauen' van Peter Kubelka uit 1955).

Vanaf 1951 nam Bayer actief deel aan diverse activiteiten van de befaamde Weense Art-Club, een bont gezelschap van vooruitstrevende kunstenaars die een antwoord wilden bieden op het odium dat het nationaalsocialisme had geladen op alles wat experimenteel en buitensporig was. In studio’s, ateliers en cafés organiseerde deze groep lezingen, optredens en tentoonstellingen met de bedoeling een nieuwe avant-garde te installeren. Bayer leerde er niet alleen de in het Weense dialect dichtende Hans Carl Artmann (alias Ib Hansen) kennen, maar ook de virtuoze componist en ‘concrete’ dichter Gerhard Rühm net als de creatieve duizendpoot Oswald Wiener, een wis- en taalkundige die ook nog eens professioneel jazztrompettist was én de auteur van het grensverleggende 'Die Verbesserung von Mitteleuropa, Roman'. Samen met de architect en kunstcriticus Friedrich Achleitner vormden deze vier tussen 1952 en 1960 de zogeheten Wiener Gruppe, een invloedrijk collectief dat op zoek ging naar radicale, nieuwe en andere vormen van kunst en literatuur.

De Wiener Gruppe zocht inspiratie bij vergeten en miskende auteurs uit de barokke poëzie, het expressionisme, het dadaïsme en het surrealisme. Experiment, muzikaliteit en provocatie stonden voorop. Ze tastten de grenzen van de taal af in tekstmontages, klankgedichten, concrete poëzie (visuele gedichten of dichterlijke readymades), absurd theater en poëzie in het fonetisch rijke Weense dialect. Hun taalbewustzijn, dat zich onder meer uitte door consequent zonder hoofdletters te schrijven, scherpten ze aan door het lezen van Ludwig Wittgenstein, wiens gedachtengoed toen in het Duitse taalgebied nog niet zo gekend was.

Als onbetwistbare hoogtepunten van de Wiener Gruppe gelden de twee ‘literarische cabaretten’ in 1958 en 1959. Tijdens deze twee populaire soirées — het eerst op 6 december 1958, het tweede op 15 april 1959 — zongen de prettig gestoorde leden van de Gruppe absurde chansons en gingen een vleugel te lijf met bijlen. De twee cabarets waren een soort voorlopers van de omstreden excessen van het Weense Aktionisme van Günter Brus, Otto Muehl en Hermann Nitsch uit de jaren zestig en begin jaren zeventig. Vanaf 1958 ging Artmann zijn eigen weg. De Wiener Gruppe begon zich stilaan te ontbinden. De zelfgekozen dood van Bayer in 1964 —hij was toen amper 32 — betekende het definitieve einde van de Wiener Gruppe.

Veel werk van de leden van de Wiener Gruppe werd pas in de jaren zestig of zeventig fatsoenlijk uitgegeven. Zo stelde kunstbroeder Rühm eerst in 1977 Bayers verzameld werk samen, goed voor meer dan 840 pagina’s proza, poëzie en toneel. Het oeuvre bestaat grotendeels uit korte, fragmentarische teksten, waarvan de belangrijkste reeds in het Nederlands vertaald werden. Die vertalingen zijn de verdienste van één man: de onvolprezen Erik de Smedt. Een eerste vertaling was het intrigerende de 'steen der wijzen' (Zegwerk, 1999), de enige tekst die tijdens het leven van Bayer in boekvorm uitkwam. In dit Wittgensteiniaans ‘traktaat’ bindt Bayer de strijd aan met de tirannie van de taal. In een mengvorm van poëzie en proza zet hij als een alchemist de hele semantiek op losse schroeven. In de speelse montagetekst 'het hoofd van vitus bering' (IJzer, 2001) — een bron van inspiratie voor W.G. Sebalds debuut 'Naar de natuur' — speelt Bayer zijn interesse voor sjamanisme, spiritualiteit en magie ten volle uit. En in de onafgewerkte ‘roman’ 'het zesde zintuig' (IJzer, 2006) verwerkte Bayer tal van autobiografische elementen tot een verbijsterend misdaadverhaal dat er eigenlijk geen is. Van het toneelwerk dat Bayer schreef (de bekendste stukken zijn 'die boxer' en 'kasperl am elektrischen stuhl'), werd alleen het ‘leesdrama’ 'idioot' (Uitgeverij Vleugels, 2015) vertaald, een niet zo licht verteerbare satire op extreem geweld.

Bijna twintig jaar na zijn eerste Bayer-vertaling komt Erik de Smedt nu met een fijne bloemlezing van korte prozastukken. De zestien teksten in 'De peer en ander proza' dateren allemaal uit de jaren vijftig en zestig. In een helder nawoord geeft De Smedt wat meer duiding bij de selectie. In de teksten komen verschillende genres aan bod, maar Bayer speelt — hoe kan het anders — met de structurele elementen ervan. In het Stirneriaans-anarchistisch 'sprookje van de beelden' bijvoorbeeld komt Sneeuwwitje uit ‘opper-oostenrijk’ en zien de vogels eruit ‘als tomaten’. In 'jezus (een oud-weense exclamatie)' haalt Bayer het bijbelverhaal door de mangel. Of in 'vanaf nu' heeft de ik-verteller een bevreemdende dialoog met… zichzelf, terwijl in de monoloog 'herostratos' een ‘verschrikkelijk heerser’ spreekt over wreedheden die de Sade zouden doen verbleken. Die fascinatie met geweld en beestachtigheid keert terug in 'omar' en in 'quirinus'. Een recurrente stijlfiguur is de hyperbool: in 'sinds ik weet' heeft de verteller ‘alles’ uitgevonden en in 'georg, de loper' kan Georg niet meer stoppen met lopen. De stukken 'de fiets' en 'de peer' ten slotte starten als een onooglijke beschouwing over dagelijkse objecten maar waaieren uit tot exuberante gedachtevluchten.

Ook Bayers obsessie met taal blijkt uit 'De peer en ander proza'. In 'xanthippe' zal een praatzieke moeder zichzelf uiteindelijk doodkletsen. In 'argumentatie voor de bewustzijnsdrempel' stapt Bayer dan weer af van elke logische syntaxis en in 'romance' worden alle tijd- en ruimteaanduidingen tot in het kleinste pseudowetenschappelijk detail uitgeschreven. Dat Bayer een uitstekend gevoel voor ritme en een goed oor voor muziek had, mag blijken uit een van de hoogtepunten van de bundel, 'karl een karl'. Hier zijn alle zelfstandige naamwoorden vervangen door de eigennaam ‘Karl’. Bij het pompende staccato van afsluiter 'stappen sprong' is het onmogelijk niet mee te neuriën of met wippende voet het ritme aan te geven.

'De peer en ander proza' is voor niet-ingewijden de ideale introductie tot Bayers werk; voor bewonderaars dan weer een voortreffelijke aanvulling en een feest van herkenning. Dit is schrijven op de breuklijn van de taal, neergeschreven literaire exaltatie, bevrijd van alle conventies en verstarde taalideologieën. De daadkracht en vitaliteit van dit heerlijke proza maken duidelijk hoe Bayers literatuur functioneert als een krachtig fluïdum, met een eigen speelse, niet-inwisselbare en eindeloos uitdijende esthetica.

Konrad Bayer: De peer en ander proza, Uitgeverij Vleugels, Bleiswijk, 2017, 47 p. ISBN 9789078627340. Vertaald en van een nawoord voorzien door Erik de Smedt.
… (mehr)
 
Gekennzeichnet
MaerCat | Aug 24, 2017 |
What a wonderful book. (But you won't like it if you insist upon straightforwardness, character development, and storyline.) Bayer uses rather experimental methods--montage, including bits from other books; repetition, with the repeated passages sometimes negated and sometimes distorted; garbling of syntax; and apparently a mathematical constraint. And golly does he use them well. Snippets about Bering and his surroundings at home and at sea, discussion of cannibalism and preservation of corpses, wordplay connecting kings and games, notes on selection and initiation of shamans: these don't simply tie together, they allude to each other and best of all to things beyond them lurking unseen outside the book. And so at once the reader's given an intellectual connect-the-dots and a rather dream-like, seemingly limitless host of evocative allusions.

Yet the book isn't difficult. The prose, scenes, and references are readily intelligble; the two or three times syntax goes out the window the intent is clear, and only a word or two had me reaching for a dictionary. The real world isn't abandoned in the narration, either; we see scenes of Petersburg in its early years and ice forming in the Arctic.

I'd strongly advise anyone who gets the book to read it at one go after having read the afterword and to expect to spend far longer reading it than suggested by its 55 pages. Though I'm normally a fast reader, the latter wasn't difficult for me: it wasn't simply that I didn't want to miss any of the connections but that I wanted to absorb every last bit of the novel. It was a powerful work as well; for a while after finishing Vitus Bering I read only non-fiction because it had made the conventions of traditional fiction seem irksome and off-putting.
… (mehr)
 
Gekennzeichnet
bluepiano | Dec 30, 2016 |
This book contains the first published English-language translations of Vienna Group member Konrad Bayer's writing, courtesy of Atlas Press in 1986, with extensive notes and an introduction from main translator Malcolm Green. The Vienna Group, composed of writers, musicians, and a lone architect, owed some or most of its heritage to earlier 20th century avant-garde groups like the Dadaists, the Surrealists, and OBERIU. Active from 1952-1959, they were reacting in part to post-WWII cultural and political conditions in Austria, and more generally to artistic and literary traditionalism. Among other 'goals', they strove to liberate language from its imposed restrictions, while acknowledging that it will always be limited in its true communicative power. They developed and utilized unconventional techniques for writing poetry, including montage and mathematical methods. The Group performed this poetry and their dramatic pieces during notorious literary cabarets they organized around Vienna. Many of the group's theater pieces were presented collectively, without specific member attribution.

Bayer is the Vienna Group member who drew the widest literary attention, though not until after the group had disbanded and Bayer himself had committed suicide at age 32, just prior to which he'd signed a major publishing contract. Fellow member Gerhard Rühm accomplished much of the editorial work in bringing Bayer's writing to light after his death. This Atlas collection includes various prose pieces, short dramas, poetry using the techniques described above, the philosopher's stone (a collection of texts Bayer described as having been written for 'the reader who is ready to exert himself', and which was the only work Bayer published in book form prior to his death), and excerpts from the unfinished novel the sixth sense. The only other major work of Bayer's that is not excerpted here is the head of vitus bering, his only complete novel, also published in English translation by Atlas.

Bayer's fantastic imagination and mastery of language are evident throughout the collection, though some pieces are more memorable than others. One highlight in terms of sheer originality and other-wordly lyrical power is 'the bird sings', a stunning poem created using a poetry 'machine' known as the 'time trumpet', based on a complicated mathematical system described by Bayer in the notes section. Another strong piece is 'twenty-six names', a collection of short prose portraits of 26 individuals, whose names each begin with a different letter of the alphabet. Many of the prose pieces and dramas (e.g., 'ferdinandlein' and 'adventures in outer space') exhibit humor similar to that of surrealist and absurdist texts, using animals, odd juxtapositions of people and objects, and unusual use of language, including non sequiturs, neologisms, and wordplay. Bayer also displays a penchant for casual use of violence in some of his texts. The overwhelming sense one gets from the collection is that for Bayer anything was fair game concerning language use and literary technique, which results in a vast spectrum of readability ranging from the riveting to the nearly impossible to parse, at least on the first read (and sometimes after many reads).
… (mehr)
2 abstimmen
Gekennzeichnet
S.D. | Feb 18, 2015 |

Listen

Dir gefällt vielleicht auch

Nahestehende Autoren

Walter Billeter Translator
Malcolm Green Translator

Statistikseite

Werke
21
Mitglieder
133
Beliebtheit
#152,660
Bewertung
½ 4.3
Rezensionen
3
ISBNs
20
Sprachen
2
Favoriten
4

Diagramme & Grafiken