Autorenbild.

Mireille Cottenjé (1933–2006)

Autor von De verkeerde minnaar

17 Werke 97 Mitglieder 3 Rezensionen

Über den Autor

Werke von Mireille Cottenjé

De verkeerde minnaar (1982) 24 Exemplare
Dagboek van Carla (1968) 14 Exemplare
Eeuwige zomer (1969) 12 Exemplare
Octopus (1987) 6 Exemplare
Muren doorbreken (1980) 6 Exemplare
Wisselspoor (1991) 5 Exemplare
Mist (1979) 5 Exemplare
Lava (1973) 5 Exemplare
Waarom niet de waarheid ? (1980) 5 Exemplare
Met 13 aan tafel (1977) 5 Exemplare
Zo'n zeer bijzondere zondag (1986) 3 Exemplare
Te klein voor de waarheid (1984) 2 Exemplare
Het grote onrecht (1977) 1 Exemplar
Lieve daddy 1 Exemplar

Getagged

Wissenswertes

Geburtstag
1933-11-18
Todestag
2006-01-09
Geschlecht
female
Nationalität
België

Mitglieder

Rezensionen

Het gebeurt wel eens vaker dat ik niet weet hoe een bepaald boek in mijn bibliotheek is terechtgekomen en het is niet voor het eerst dat me niet duidelijk is waarom ik een bepaald boek in een bepaald déél van die bibliotheek heb ondergebracht, maar in het geval van 13 mannen van tafel van Mireille Cottenjé treden beide fenomenen samen op: geen idee hoe ik aan het boek gekomen ben en het ontgaat me totaal waarom ik het onder de fictie, tussen Berto van Willy Copmans (zie deze rel="nofollow" target="_top">https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2018/09/berto-willy-copmans.html bespreking) en ‘t Belgiksken in Gaskonje van L.H. Cotvooghel (zie deze https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2020/05/t-belgiksken-in-gaskonje-vakant... bespreking), heb geklasseerd. Het ís namelijk geen fictie, al weet je natuurlijk nóóit zeker in hoeverre een verhaal dat door één van de betrokken partijen wordt verteld waarheidsgetrouw is. Zelfs als het door álle betrokken partijen wordt gebracht weet je dat niet, maar bij een boek waarvan de schrijfster op de achterflap vermeldt dat het “een scherpe aanklacht geworden ][is] tegen onze echtscheidingswetgeving, die scrupuleloze vrouwen de nodige wapens biedt om zich op hun ex-man te wreken, hem zelfs te vernielen”, zoú je het wel willen weten.

Goed, de “dertien onverbloemde getuigenissen van uit de echt gescheiden mannen”, zijn dan wel anoniem, en als je het hebt over “een dokwerker, een dokter, een schrijver, een vrachtwagenchauffeur, een leraar, een beeldhouwer, een architect” lijken ze dat ook wel te zullen blijven, maar ik zal allicht niet de enige lezer geweest zijn die her en der de indruk kreeg dat Cottenjé de getuigen in nogal wat gevallen persoonlijk kende (ze overleed in 2006), waardoor het voor de meer ingewijden wellicht ook alleen maar een kwestie is van de juiste verbanden leggen om de precieze namen op de getuigen te plakken. In een aantal gevallen is dat zelfs voor niét-ingewijden een fluitje van een cent. Als de getuige in het hoofdstuk Bob (51) – 4 kinderen het immers heeft over Mireille hoeft hij niet eens ook nog een van haar boeken, Eeuwige zomer, te vermelden om te weten dat hij de “ex” van de schrijfster zelf is (Robert Colombie). Als hij het verder heeft over “Jef, een schrijver, waar ze gewoon weg van was (…) een praatjesverkoper, een mythomaan” die nogal wat “verhalen over Congo” verkoopt, dan weet je dat het om Jef Geeraerts gaat (van wie ik hier https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/06/ik-ben-maar-een-neger-het-verha... Ik ben maar een neger/ Het verhaal van Matsombo besprak), ook als je pas bij verder opzoeken met zekerheid te weten komt dat Cottenjé met die collega van haar inderdaad een relatie had.

Maar los van dat feit is dat hoofdstuk meteen ook wel het interessantste van het boek. Je krijgt er bijna de neiging van om ook op zoek te gaan naar het boek dat aan 13 mannen van tafel vooraf ging, Met 13 van tafel. Misschien, denk je dan, kom je, gezien in dát boek alleen vrouwen aan het woord komen, wel de (ex-)wederhelften van een aantal van de mannen uit 13 mannen van tafel tegen en kan je wat puzzelstukjes bij mekaar leggen, maar dat zou, aldus Cottenjé in haar voorwoord, geen resultaat opleveren. Geen van de vrouwen in Met 13 van tafel was namelijk een “mannenuitbuitster”, in tegenstelling tot wat zou gelden voor de vrouwen waarover de mannen in 13 mannen van tafel praten. Voor Cottenjé is de rode draad in de verhalen van die mannen namelijk alimentatie, terwijl “alimentatievergoeding een antifeministisch produkt is en ondenkbaar in een feministische (= rechtvaardige) samenleving”. Een “rechtvaardige” samenleving die klaarblijkelijk kan bereikt worden als “de vrouw het lijfeigenstatuut van ‘huisvrouw’ [niet meer] aanvaardt, en de man zich de weelde (…) [niet meer kan veroorloven] om er een lijfeigene op na te houden”. In een tijd waarin we het met zijn allen normaal zijn gaan vinden dat vader én moeder, man én vrouw uit werken gaan - ook al omdat zo goed als geen enkele man nog een inkomen kan binnenbrengen waarmee hij zijn kinderen kan voeden én zijn vrouw tevreden houden -, kan dat radicaal maar desondanks aanvaardbaar klinken (we willen allemaal graag “onafhankelijk” zijn), maar het is wel een zéér negatieve kijk op thuiswerkende moeders, een kijk geboren vanuit teleurstelling, een kijk geboren vanuit een moderne invulling van het huwelijk, een kijk die net ontstaan is door het feit dat het huwelijk als nuttigheidsinstelling met een romantisch kantje baan heeft moeten ruimen voor het huwelijk als romantische instelling met een nuttig kantje. Een nuttig kantje dat Cottenjé en consoorten dan, als het hen uitkomt, weer als énige kant lijken te zien: “(…) indien een moeder van een kroostrijk gezin ‘aan de haard’ blijft, is het onrechtvaardig dat de man, de broodheer, zulks aanvaardt zonder de R.M.Z.-bijdrage te betalen voor zijn ‘huishoudster’. Ook zij kan immers ontslagen worden.”

Maar ik corrigeer mezelf (en toch weer niet): veel (zo niet alle) van de mannen die door Cottenjé werden ondervraagd blijken zichzelf binnen het huwelijk óók gereduceerd te hebben gevonden tot het economische, tot de rol van “money maker”, een rol die ze dan ook nog geacht werden verder te spelen een keer hun huwelijk op de klippen was gelopen. Iets wat die mannen wél begrijpen waar het het onderhoud van de kinderen aangaat (in zoverre ze dan tenminste enige inspraak hebben in de opvoeding van die kinderen, wat helaas ook nu nog niet altijd het geval is) en eventueel voor een zekere tijd na afloop van het huwelijk (al weet iedereen die kan rekenen dat pakweg de helft van je inkomen moeten afgeven en toch nog een normaal leven leiden geen evidentie is gezien je vaste kosten als vrijgezel absoluut niet de helft lager zijn dan als gehuwde), maar niét als ze daar zelf financieel aan onderdoor gaan en al helemaal niet als de “ex” intussen een nieuwe kostwinner aan de haak heeft geslagen. Ik ben absoluut geen specialist in huwelijksrecht (of scheidingsrecht of hoe het ook mag heten) en heb het “genoegen” gehad om (na een negental maanden geduld) een scheiding met onderlinge toestemming te bekomen (met het geluk dat er geen minderjarige, zelfs geen gemeenschappelijke kinderen waren), maar kan me indenken dat een huwelijk dat gereduceerd is geraakt tot niet meer dan een economische verhouding (in veel gevallen gaven mannen tijdens hun huwelijk ook “gewoon” hun hele inkomen af aan hun vrouw) gevolgd door een scheiding van dezelfde soort, met daar bovenop – in de jaren waarin dit boek gepubliceerd werd, de laatste helft van de jaren 1970 bestond dat nog – politiemensen die binnenvallen om te kijken of je geen “overspel” pleegt (terwijl je al niet meer samenwoont, nota bene), bij sommige mensen moordneigingen heeft doen ontstaan.

Het meest bewonderenswaardige aan de dertien mannen in deze verhalen is dan ook dat ze nauwelijks en meestal niet tot handgemeen zijn overgegaan. Een serieuze kunst toch als de “dame” op wie je ooit verliefd bent geweest, pakweg naar de politie gaat en jij dan geconfronteerd wordt met dit soort aantijgingen: “Ik was homoseksueel, ik bedreef seks met mijn hond, ik kon mijn poten van mijn dochtertjes niet houden, ik was een kinderbeul. Asjeblieft! En ook: ik was een dronkaard (dat wist ik al) en ik gaf mijn loon niet af.” Of als je eigen zoon je, op aandringen van zijn moeder, “wegens werkverzuiming” heeft ontslagen uit het bedrijf dat je aan hem hebt overgedragen. Om het maar bij een paar “details” uit deze verhalen te houden. Verhalen die overigens niét allemaal over “mannenuitbuitsters” gaan: in een aantal van de gevallen, ook dat van Cottenjé zelf, eindigt de historie niét met het pluimen van de man. Geen happy end, maar toch ook geen triestig eind dat blijft duren, en da’s al heel wat als je niet meer in staat blijkt te zijn iets dat geacht werd tot de dood te duren nog verder vol te houden…

Björn Roose… (mehr)
½
 
Gekennzeichnet
Bjorn_Roose | Jul 3, 2023 |
Ik vind Mireille Cottenjé een fantastische schrijfster, recht uit het hart, met het hart op de tong, autobiografisch en daardoor erg boeiend.
Ik herken wel heel veel van haar in mijn eigen (schrijf)stijl en levensvisie.
 
Gekennzeichnet
Bellaatje | Oct 17, 2012 |
Between 1996 and 2004, the Antwerp publisher Houtekiet published the series "Flemish Library", re-issuing 36 important Flemish novels which originally appeared between 1927 - 1970 in hardcover editions. Through this series, many novels, long out of print, were made available in clean, crisp, new editions.

Mireille Cottenjé novel Eeuwige zomer tells the story of a woman, Guya, who is seduced by the virile Lex, and deserts her "boring" husband, Peter. Wooing her, Lex appears to be elegant, charming, interesting and passionate, but during a trek through Lapland, he is revealed as an entirely egoistic person. When Guya is unable to do all he wants and expects of her, he completely irresponsibly abandons her to the wilderness

According to the afterword, Eeuwige zomer sparked another Flemish writer, Jef Geeraerts to write Indian Summer as a reaction to this book (See review here in Dutch.) Geeraerts and Cottenjé had a relation, as described in the novel, and Geeraerts was the model for the selfish main character.
… (mehr)
½
 
Gekennzeichnet
edwinbcn | Oct 3, 2011 |

Statistikseite

Werke
17
Mitglieder
97
Beliebtheit
#194,532
Bewertung
3.2
Rezensionen
3
ISBNs
21

Diagramme & Grafiken