Autorenbild.

Steven Naifeh

Autor von Van Gogh: Sein Leben

20 Werke 1,628 Mitglieder 23 Rezensionen

Über den Autor

Steven Naifeh was born in Tehran, Iran, June 19, 1952, to parents in the U.S. Diplomatic Service. He attended Princeton University receiving an A.B. summa cum laude in American History, Harvard Law School receiving a J.D., Harvard Graduate School of School of Arts and Sciences, receiving both an mehr anzeigen M.A. and a PhD, and University of South Carolina receiving a Ph.D. in Humane Letters. Naifeh co-authored, with Gregory White Smith, Jackson Pollock: An American Saga which received the Pulitzer Prize for Biography in 1991 and was a finalist for National Book Award Nonfiction in 1990. He and Smith also co-authored Final Justice which was an Edgar Allan Poe Award Finalist in Fact Crime in 1994. Naifeh's other books include Culture Making (Princeton University Press, 1978); Gene Davis (The Arts Publisher, 1982); New York Times bestsellers, The Mormon Murders (Weidenfeld & Nicolson, 1988) and, with Phil Donahue, The Human Animal (Simon & Schuster, 1985); and Vincent van Gogh, with Gregory White Smith (Random House, 2011). (Bowker Author Biography) weniger anzeigen

Werke von Steven Naifeh

Getagged

Wissenswertes

Rechtmäßiger Name
Naifeh, Steven
Geburtstag
1952
Geschlecht
male
Nationalität
USA
Geburtsort
Tehran, Iran
Wohnorte
Aiken, South Carolina, USA
Ausbildung
Princeton University
Harvard University
University of South Carolina Aiken
Berufe
artist
Beziehungen
Smith, Gregory White (partner)
Kurzbiographie
Steven Naifeh is an Arab-American both by lineage (his grandparents were born in a part of Syria that is now Lebanon and Jordan) and by upbringing. As the son of diplomats, he spread his childhood throughout the Middle East — in Jordan, Iraq, Iran, Libya, and Oman as well as the U.A.E. He also lived in Pakistan and Nigeria. Naifeh, together with Gregory White Smith, has also written nine additional nonfiction books, including the New York Times bestsellers, The Mormon Murders (New York: Weidenfeld & Nicolson, 1988) and, with Phil Donahue, The Human Animal (New York: Simon & Schuster, 1985).

Mitglieder

Rezensionen

Based on family letters and documents, lengthy interviews with his widow, Lee Krasner, as well as his psychologists and psychoanalysts, this book explodes the myths surrounding his death in 1956. 12 color and 175 black-and-white photos and reproductions.
 
Gekennzeichnet
petervanbeveren | 3 weitere Rezensionen | Jan 6, 2024 |
Ik ben een liefhebber van het werk van Vincent van Gogh. Daarom verbaasde ik mijzelf dat ik nog steeds De biografie van Steven Naifeh en Gregory White Smith over hem nog niet had gelezen. Dat is bij deze rechtgezet.

Het is een dik boek van 997 pagina’s en de auteurs geven direct al aan dat het materiaal waarover ze beschikten uitputtend is, met name door de talloze brieven die Vincent van Gogh verstuurde en ontving. Ze hebben daarom afgezien van een notenapparaat in het boek want dat zou het nog aanzienlijk dikker hebben gemaakt. De noten zijn te raadplegen op een speciaal ingerichte website die u hier vindt.

Dan de auteurs. Dat zijn Amerikanen en dan doet het wonderlijke feit zich voor dat citaten uit de brieven van Vincent eerst naar het Engels vertaald worden en vervolgens door de Nederlandse vertaler Mario Molegraaf weer terugvertaald zouden moeten worden. Gelukkig is dat niet gebeurd en heeft Molegraaf direct geciteerd uit de brieven van Van Gogh. Dat heeft een zeer leesbaar verhaal opgeleverd.

Een zeer leesbaar verhaal, maar wel met een kanttekening. Dat ligt zeker niet aan de vertaling, niet eens zozeer aan de auteurs als wel aan de hoofdpersoon zelf, Vincent van Gogh. Dat was me nogal een portret zeg. Je zou liefhebbers van zijn werk eigenlijk dit boek moeten ontraden, want de man ging na verloop van tijd aardig op mijn zenuwen werken.

En niet alleen op die van mij. Als kind had hij al last van woedeaanvallen en vertoonde hij tegendraads gedrag. Zijn ouders hadden er aardig wat mee te stellen. Hij was op zichzelf, vaak in de natuur en tekende wel eens wat, maar dat deed iedereen in het gezin. Er was niets te merken van enige bijzondere aanleg op dat vlak.

Met zestien jaar werd hij jongste bediende in de kunsthandel Goupil. Eerst in Den Haag, later in filialen in Brussel en Londen. Zo deed hij kennis op over de kunsthandel. Dat hielp hem weinig verder want hij verstond de kunst om met iedereen overhoop te liggen. Hij lag er al snel uit. Van Gogh wist ook niet echt wat hij wilde en ging van bevlieging naar bevlieging. Even leek de theologie hem wel wat en hij ging naar de Borinage in België om lekenprediker tussen de mijnwerkers te worden. Daar begint hij met zijn eerste kunstzinnige stappen;

‘Ik zou wel graag eens willen beginnen ruwe schetsen van ’t een & ander te maken van zoo talrijke dingen die men zoo op zijn weg ontmoet…maar aangezien (…) het mij al ligt van mijn eigenlijk werk zou afhouden, zoo is het beter dat ik er niet aan begin.’

Aldus schrijft hij aan zijn broer Theo. Die moedigt hem echter aan en ondersteunt hem financieel. Dan volgt een onwaarschijnlijk verhaal van iemand die koppig zijn eigen weg zoekt en waarvan steeds duidelijker wordt dat er bij hem psychisch het één en ander aan schort. In Den Haag woont hij samen met een vrouw en kind maar als hij het ineens in de bol krijgt vertrekt hij naar Drenthe. Hij doet verwoede pogingen om zijn broer Theo, die in Parijs bij de kunsthandel Goupil een prima baan heeft, over te halen bij hem te komen en ook te gaan schilderen.

Het is interessant te lezen hoe hij telkens overtuigd is van weer een ander gelijk. In Drenthe ging hij schilderen en gebruikte weinig kleur in zijn werk;

Luchtig stelde hij vast dat met verf ‘een zomereffekt of onmogelijk of leelijk’ zou worden. Slechts vier jaar voordat hij zijn ezel onder de stralende zon van de Provence zette, veroordeelde hij ieder ‘zomereffekt’ en bevestigde hij nog eens zijn geloof in schaduwen, silhouetten en schemering.

Uiteindelijk gaat hij in Parijs bij zijn broer wonen en volgt er kunstlessen. Hij blijft achter bij zijn medestudenten en lijkt nog steeds geen hoogvlieger. Weer krijgt hij het in zijn bol en zonder uitleg vertrekt hij naar het zuiden en strijkt neer in Arles.

Inmiddels heeft hij een nieuw gelijk gevonden en gebruikt hij wel degelijk kleuren. Daarin houdt hij vol dat zijn nieuwe kunst wel degelijk voortkomt uit zijn donkerder oude kunst. Het is lastig om modellen te vinden voor zijn schilderijen maar Joseph Roulin, ambtenaar bij de posterijen wil wel. Dat is het mooie van deze biografie, je komt heel dicht bij het ontstaan van beroemde werken en de mensen erachter;

Roulin, zevenenveertig, bijna twee meter lang, en een eeuwig dronken blos, kon zo uit een roman van Daudet zijn gestapt. Hij dronk, zong, en oreerde geanimeerd tot de cafés leegliepen, behalve voor Vincent. Die omschreef Roulin…zo: ‘Een kop zoowat als die van Socrates, haast geen neus, een hoog voorhoofd, kale kruin, kleine grijze ogen, hoog gekleurde volle wangen, een grooten baard, peper en zout, groote ooren. De man is een fameus republikein en socialist, redeneert heel goed en weet veel dingen.’

De schilder Gauguin trekt zelfs even bij Vincent in maar u raadt het, ook die gaat weg met gedoe. Van Gogh krijgt vaker last van depressies en waanideeën en snijdt in zo’n aanval zijn oor eraf. Het zorgt ervoor dat hij diverse malen wordt opgenomen in een gesticht. Toch zal hij blijven doorwerken, hij blijft schilderen.

Als het wat beter gaat reist hij naar Parijs, waar zijn broer Theo inmiddels getrouwd is en vader is geworden van een kleine Vincent, die later de grootvader van de vermoorde cineast Theo van Gogh zou worden. Natuurlijk blijft Vincent niet in Parijs, zijn rusteloze zelf voert hem naar Auvers, iets buiten Parijs. Daar wordt hij gepest en getreiterd door de lokale jeugd en op een fatale dag strompelt hij de herberg in waar hij verblijft. Hij heeft een kogelwond.

Hij zou nog dertig uur leven en sterft. Het verhaal is dat hij een zelfmoordpoging heeft gedaan en de auteurs stellen daar in een aparte appendix vraagtekens bij. Zij stellen dat hij per ongeluk neergeschoten is door de lokale jeugd. Daar zijn argumenten voor die uitgebreid worden beschreven, maar de moordtheorie wordt net zo stellig weerlegd zoals in dit artikel.

Het boek heeft twee gezichten wat mij betreft. Ik werd wel eens moe van de zoveelste tirade of smeekbede van Van Gogh, het nam mij niet voor de man in. Je weet bij alles wat hij begint dat het op niets uitloopt. Des te interessanter is het besef dat hij uiteindelijk wel de wereldberoemde kunstenaar is geworden, ondanks zijn schijnbare weinige talent. Des te verbluffender is het om te beseffen dat al die meesterwerken in relatief korte tijd zijn ontstaan. Als we halverwege het boek zijn, hebben we alleen nog een donker werk met een familie die aan de piepers zit.

Ook besef je dat Van Gogh werkelijk ergens aan heeft geleden. Zijn depressies en wanen waren reëel en toch is hij in zichzelf blijven geloven. Hij en zijn broer leden ook aan syfilis en het heeft ervoor gezorgd dat Theo niet lang na Vincent oook vrij beroerd aan zijn einde kwam.

Wat overblijft is toch de fascinatie van de zoektocht van een artiest die uiteindelijk een geheel eigen stijl vindt en zelfs nog iets van zijn bekendheid heeft meegekregen, maar er nooit van heeft kunnen profiteren. Ik moet weer eens naar het Van Gogh museum, waar nu een tentoonstelling te zien is van zijn werk uit Auvers, zo leerde ik van Bettina.

Vertaling: Mario Molegraaf
… (mehr)
½
 
Gekennzeichnet
Koen1 | 13 weitere Rezensionen | Dec 22, 2023 |
By far the saddest biography I have ever read, VAN GOGH is also one of the most stirring and superbly detailed biographies I have ever read. That Vincent van Gogh's life was such a brutally painful and difficult one should not deter readers from embarking on this massive journey, yet the fact that a 951-page book reaches page 750 before the subject has what could genuinely be called a period of happiness is a testament to the skill with which the book is written, for despite the utterly depressing nature of Van Gogh's life, the authors make it a terrifically compelling one to read about. The amount of detail, in no small part but not entirely due to the prodigious correspondence that exists between Vincent and his brother Theo, is as complete as any biography could (or should) aspire to, and by the end of the book, one feels as though as though one has lived alongside Vincent through almost his entire life. The book approaches yet manages to skirt oppressiveness of detail, a superb feat given the consistency of the arc of Van Gogh's tortured life, and while the repetitious nature of Van Gogh's behavior and follies becomes almost as tiresome as it must have for his family, there is nothing in the book that should have been left out. The authors, too, have a splendid sense of art and how Van Gogh's mind was reflected in his art, and all this is described with clarity and, and at the same time, poetry. I wept as I reached the end of Vincent's life, in part because it was such a sad and unhappy life, but also because by the book's end, I felt as though I knew and understood the man behind some of the greatest art in history. Such should be the goal of every biography.… (mehr)
 
Gekennzeichnet
jumblejim | 13 weitere Rezensionen | Aug 26, 2023 |
A beautiful piece of work, and a labor of love in more ways than one. Artist, art historian, and biographer Steven Naifeh has put together an opulent assemblage of chapters discussing Vincent Van Gogh's artistic influences: artists and works that delighted him, taught him, and inspired him, from academics and old masters like Gerome, Holbein, Rembrandt, and Ruisdael; through locals like his cousin Mauve and regional schools like the Barbizon painters and the Hague School; to the Impressionist, Symbolist, Cloisonnist and other contemporaries like Gauguin, Lautrec, Signac, and Serusier, as well as Japanese prints and English magazine illustrations. Arranged thematically, Naifeh demonstrates how these other artists influenced and dazzled Vincent in how he saw, experienced and painted human figures, flowers, landscapes, skies, seas, trees, books, and religious belief. Naifeh expertly shows us unexpected and wonderfully apt correspondences, such as Luke Fildes's poignant drawing of Charles Dickens's empty chair after his death, and Vincent's lurid armchair vacated by Gauguin after their rupture; or a Decamps "Orientalist" courtyard opposite Vincent's blazing Arles "Yellow House." Many of the gorgeous color plates are captioned with comments from Vincent himself, underlining his thoughts about them.

As I paged through the book, admiring many pictures I was not familiar with, I began to notice... wait, Naifeh and his partner Gregory White Smith own this painting? And this one, and that one, and that print? Holy smoke... In a final chapter, Naifeh describes his ventures with Smith (in work, art, and life - they were together for 40 years until Smith's death from a brain tumor in 2014), in researching and writing their acclaimed biographies of Jackson Pollock and Van Gogh, and their tiptoeing into collecting. Clearly they had more money than he modestly cares to admit, but they also had taste, knowledge, and passion. So this book is also a showcase for the wonderful works they have collected. I'm also quietly glad to find someone who seems to share my furtive admiration of Gerome. (In spite of the often icky subject matter, nobody can paint sighthounds or big cats like Gerome!)

Though Naifeh credits White with the writer's gift, his own language often sings with color and admiration. The plates are rich, plentiful, well-arranged. This volume is a pure pleasure and belongs in any art history collection.
… (mehr)
 
Gekennzeichnet
JulieStielstra | Dec 12, 2021 |

Listen

Auszeichnungen

Dir gefällt vielleicht auch

Nahestehende Autoren

Statistikseite

Werke
20
Mitglieder
1,628
Beliebtheit
#15,799
Bewertung
3.9
Rezensionen
23
ISBNs
77
Sprachen
9

Diagramme & Grafiken