Autoren-Bilder

Joris Van Parys

Autor von Masereel een biografie

7 Werke 54 Mitglieder 2 Rezensionen

Über den Autor

Werke von Joris Van Parys

Getagged

Wissenswertes

Für diesen Autor liegen noch keine Einträge mit "Wissenswertem" vor. Sie können helfen.

Mitglieder

Rezensionen

Schitterende biografie van één van onze grootste schrijvers uit het einde van de 19e eeuw begin 20e

Monument voor een vuilschrijver
vrijdag 19 oktober 2007Auteur: Toon Horsten
AANRADEN
DELEN
BEWAAR
CORRIGEER
E-MAIL
PRINT

© NO BYLINE
Vorige 1/2 Volgende
De katholieke kritiek vond hem een 'perverse decadent'. Maar het werk van Cyriel Buysse (1859-1932) staat nog altijd als een huis.

Dat het met Cyriel Buysse uiteindelijk nog iets geworden is, zal zijn naaste familieleden hebben verbaasd. De jonge Buysse leerde slecht op school, hing in bedenkelijke kroegen rond, zat achter de vrouwen aan en wilde ook voor de rest niet deugen. In zoverre zelfs dat hij door zijn vader - een welgestelde cichoreifabrikant - een tijdje naar Amerika werd gestuurd om een amoureuze liaison beneden zijn stand te smoren.

Zijn reputatie in zijn geboortedorp Nevele en omstreken was er dan ook naar. Alleen zijn schrijvende tante Virginie Loveling nam geregeld zijn verdediging op zich, en had als eerste oog voor zijn literair talent: 'Maar jongen, gij hebt talent, gij moet schrijven!' Zelfs toen hij al enig succes had geboekt in literair Vlaanderen bleef zijn reputatie hem achtervolgen. De Antwerpse essayist Max Rooses bewonderde zijn literair werk, maar gaf geen toestemming voor een huwelijk tussen Buysse en zijn dochter. Pas wanneer Buysse met de Nederlandse Nelly Dyserinck in het huwelijksbootje stapte, daalde er rust neer over zijn amoureus leven. De rest van zijn dagen zou hij blijven pendelen tussen zijn woning in Den Haag en het buitengoed van de familie in Deurle (bij Gent).

Joris Van Parys, die twaalf jaar geleden al een meesterlijke biografie van de graficus Frans Masereel publiceerde (bekroond met de Gouden Uil 1996), schrijft met veel zwier het levensverhaal van deze liberale, vrijzinnige kosmopoliet met socialistische sympathieën, die in zijn werk als een van de eersten aandacht schonk aan de armen op het Vlaamse platteland. Soms deed hij dat in een naturalistische stijl die aan Emile Zola doet denken, maar Buysse heeft een eigen stem gevonden. Van Parys bespreekt Buysses literaire klassiekers als Het recht van de sterkste, Het gezin van Paemel, Het leven van Rozeke van Dalen, Tantes, en hij plaatst ze in hun literaire en vooral maatschappelijke context.

Aanvankelijk krijg je de indruk dat Van Parys erg veel plaats inruimt voor het schetsen van de tijdgeest en andere omgevingsfactoren. Bij verdere lectuur blijkt dat de ondertitel van dit boek niet voor niets Cyriel Buysse & zijn tijd is. Leven en werk van Buysse zijn zo ingrijpend beïnvloed door het tijdperk waarin hij leefde, dat het nodig is dieper in te gaan op de omstandigheden waarin zijn werk tot stand is gekomen. Van Parys besteedt ruime aandacht aan de strijd tussen katholicisme, antiklerikalisme, liberalisme en socialisme bij de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw, de opkomst van de Vlaamse beweging en het culturele leven in het België van toen.

Vooral bij de katholieke kritiek heeft Buysse het met zijn directheid verkorven. Hij werd neergezet als 'een veelschrijver die met hoofdzondige bezetenheid een vuilschrijver is'. Het tijdschrift Nederland schreef: 'Zou het financieel zo'n voordelige zaak zijn, of is het een soort van bravade tegenover koffiehuisvrienden, die er schrijvers van talent toe brengt met hun volle naam boeken te doen verschijnen, waarvan zij geen tien bladzijden aan hun moeder, hun zuster of enige vrouw die zij respecteren, durven voorlezen?' Nog in 1929, wanneer het tij leek te keren en enkele katholieke opiniemakers hun bewondering voor Buysse al hadden beleden, schreef het katholieke blad Boekengids: 'Buysse is de type van den perverse decadent, de cynische antiklerikalist, de vuilschrijver die aast op passies, de letterkundige die Vlaanderen, zijn eerlijke naam en zijn zaak meer kwaad heeft gedaan dan iemand zich indenken kan. Wie respect heeft voor zich zelf en rein wil blijven, rake nooit een boek aan van deze auteur, ook liefst niet deze die op zichzelf onschuldig zijn. Laat ons volk niet de smaak krijgen van zulkdanig werk en door het onschuldige tot het slechte komen.'

Daardoor kwam het dat de internationaal georiënteerde Buysse in eigen land pas vrij laat erkenning kreeg, en zijn boeken vooral in Nederland uitgaf. Ook de jury's van de Belgische staatsprijs werden vaak gedomineerd door schrijvende pastoors of hun discipelen, en ze deinsden er niet voor terug om in hun juryrapporten te vermelden waarom Buysse de staatsprijs niét kreeg: 'De schrijver werpt een lelijke smet op zijn werk door dat telkens ploeteren in het vuile, door die grof-zinnelijke voorstellingen, die herhaalde tonelen van verkrachting.' Daar staan uiteraard genuanceerder oordelen van tijdgenoten tegenover, zoals dat van Willem Elsschot over Tantes: 'Allemaal echte mensen, echter dan echt.' Of dat van de dichter Jacques Bloem: 'Met Buysse is tenminste een levend mens aan het woord en geen blikken dominee. En bovendien iemand, die vertellen kan - ook iets schaars ten onzent.' In 1920 won Buysse alsnog de staatsprijs.

Ook zijn houding tegenover de Vlaamse beweging lag bij nogal wat Vlaamse intellectuelen moeilijk. Buysse (die bevriend was met Franstalige schrijvers en zelf ook een tijdlang een Franstalige carrière ambieerde) had een hekel aan Franshatende flaminganten, net zoals hij ook Franssprekende Vlamingenhaters niet kon pruimen. Hij werd verketterd door de Vlaamse beweging, en enkele ongelukkige uitspraken bleven hem een leven lang achtervolgen. Zoals in Nederland ook niet iedereen het prettig vond dat hij de strijd aanbond met de overdreven drang naar neutraliteit van de Nederlanders tijdens de Eerste Wereldoorlog, die er vooral op neerkwam dat er geen onvertogen woord over de Duitsers mocht vallen.

Van Parys draait elke steen om, bespreekt de rol van Buysse bij tijdschriften als Van Nu en Straks en Groot Nederland, houdt zijn verhouding tot Emmanuel De Bom, August Vermeylen, Stijn Streuvels en Louis Couperus tegen het licht, en delft ondertussen een hoop nieuwe, onbekende informatie op, ook over tante Virginie Loveling.

Met Het leven, niets dan het leven krijgt Cyriel Buysse de grote, definitieve biografie die hij verdient. Het is tegelijk de beste Vlaamse schrijversbiografie sinds Felix Timmermans van Gaston Durnez, die op soortgelijke wijze een open geest, grondige research en een nergens kleffe bewondering voor zijn onderwerp koppelde aan een heldere en meeslepende verteltrant.

JORIS VAN PARYS

Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse & zijn tijd.

Houtekiet/Atlas, 960 blz., 44,50 .
… (mehr)
 
Gekennzeichnet
jdpwash | 1 weitere Rezension | Jun 28, 2012 |

Auszeichnungen

Statistikseite

Werke
7
Mitglieder
54
Beliebtheit
#299,230
Bewertung
½ 4.3
Rezensionen
2
ISBNs
10
Sprachen
1

Diagramme & Grafiken