Excursie op Patmos, 29 juni 1789

Forumο ελληνολάτρησ - de Griekenlandfan

Melde dich bei LibraryThing an, um Nachrichten zu schreiben.

Excursie op Patmos, 29 juni 1789

Dieses Thema ruht momentan. Die letzte Nachricht liegt mehr als 90 Tage zurück. Du kannst es wieder aufgreifen, indem du eine neue Antwort schreibst.

1marieke54
Bearbeitet: Mrz. 16, 2008, 11:22 am

Terwijl in Parijs de Revolutie op uitbarsten staat, hebben enige zeelieden van Slants Cotter De Snelheid, in dienst van de Friese Admiraliteit op patrouille in de Egeïsche Zee, een heerlijk dagje op Patmos. De aanvoerder van deze mannen, Dooitse Eelkes Hinxt, kan gezien worden als een wat vroege Nederlandse versie van Patrick O'Brian's captain Jack Aubry.

“Maandag den 29 Junij (1789).
In de hondewagt stijve tremontane. In de dagwagt dito.
Van voormeld Polacre schip voer met zonsopgang de chaloup nae land. Setten ons vlag en wimpel op om te weeten wat schip het was, maar toonde geen vlag voordat we hem noodzaakten met een canonschot. Sijnde als voormeld een Vrans schip koomende van Smijrna, gedistineert nae ’t eiland Cypres. Had eenige passagiers aldaar in passant aangeset, van wien wij het nieuws vernamen zijnden voor eenige dagen in quarenteine wijl tot Smijrna nog pest was. Waer nae voormelde weer vertrok.
In de voormiddag dito Noordewint.
Kreegen een Italiaanzen doctor aan boord, genaamd Bionij, zijnde aldaar opt eiland Padmús getrouwd en geneerde zig met zijn practijk aldaar, alsook op domliggende eilanden Nieario (Nicaria, Ikaria), Samos, Stampalie (Astapalaia), Morgo (Amorgos), Naxie (Naxos) tot Santorijn (Santorini) toe.
Na hem heusselijk ontfangen te hebben bood ons aan omt merkwaardigs opt eiland te doen beseghtigen. ‘tWelk accepteerde, en tot dien einde gister al kinnis met den captein Demetrius van het hoekerschip aldaar leggende gemaakt had, welke ons reeds aan land afwagte, waar op direct nae land voer. Nam mijn luitenant doctor en tweede stuurman en de lootz (?) op versoek mede. Aan land koomende wierden van captein Demetrius en desselfs coussijn beleefdelijk ontfangen.
Wandelden aldereerst nae de Apoclijpzis Capelle om de Santa Grotte (dat is Heilige Spelonk op’t Italiaans) te besightigen, zijnde ongeveer ten halven de stadt op de berg, een klein half uir wandelen van de baay langs een opklimmende, moeyelijke weg.
Aldaar koomende wierden van twee studenten (wijl boven de grotte een de reghterzijde een univerzijtijdt geboud is) ingelaten en opt versoek van captein Demetrius en doctor Bionij ter linker zijde 7 a 8 trappen nae beneden voor de grotte gebrogt. En nae de sleutel van de rechtor gehaald hebbende, ingelaten, zaagen aant gewelf van deselve grotte een cruis gespleeten rotze opt laagst welke met een klove of spleete ter reghterzijde nae booven int verwulf langs strekte, door welke (volgens geschiedenis) door het openen derzelve St. Johannes de gezighten zoude gezien hebben en onder de cruis spleet de stemme der Openbaringe gehoort hebben.
Ter weederzijde vant langst verwulft (?) der cruis gespleeten rotzes stont een Grieks altaar en verbeelde (verdeelde?) nae de ingang twee capellen in een.
Na alles besightigd te hebben en mijn door den doctor in den Italiaanze taale bedied, welke ik ten deele door de Spaanze taale verstaen, naemen elk een stuk steen uit de grotte meede en enterden weer nae boven.
Braghten ons doen in voormelde hogeschool bij een rector beneevens een groot hondert studenten. Nae ons geplaatz te hebben kregen yder wat confijterie van roozen en een dronk vris water, vervolgens een copje coffie nae Turkse wijze met een zilver copje onder een porcelijnen.
Nae een groot half uir in conversatie, bedankten hooglijk met dienst presentatie voort plaizir ons aangedaan en naemen afscheid.
Vervolgden ons weg nae de bovenstadt. Ik reed per eesel om de felle hitte. Booven koomende besagen allereerst het monastere, welke kloosterkerk eens gelijks in twee capellen sigh verbeeld (verdeeld?) dog niet soo schoon en merkwaardig als dat van Tino. Maar de cellen booven het zelve geboud uitmuntend om het schoon gesigt over den archipel wassen (waren).
Eerst in dat van pater primaat, alwaer op de voorige wijze beleefdelijk wierden onthaald, van welke nae een halfuir conversatie afscheid naemen, meest doort vertolken van pater Gregorius. Welke met ons daar boven op alle hoeken vant klooster deed langs wandelen, van waar we niet alleen de geheele stadt beneden ons sagen, maar konden het groost gedeelte van dat district der archipel beneevens de faste kust van Klein Asia overzien. Nae t welcke ons meede in zijn celle nam en op coffij met een glaasje liqueur tracteerde. In desselfs vertrek nae t nieuws in conversatie meest over den oorlog met de Turken, Russen en keiser verhaald te hebben, naamen afscheid en wandelden door de stadt. Eerst nae de doctor voornoemd en vervolgens nae den capitein Demetrius, alwaar wij dineerden, nae t welcke eenige kousen en slaapmutzen van catoen aldaar gefabreert koghten, tot het heest van de zon wat over zijnde kuijerden weeder door de stadt tot nae den doctor. Aldaar ons met lymonade wat vervrist hebbende geleiden ons weeder tot op de weg alwaar wij afscheid naemen en voor hunne beweezen vriendschap bedankten. Kwamen omstreeks een uir wandelen beneeden tot de baaij en voeren groot 7 uiren weer aan boord, zeer voldaan den dag soo wel besteedt te hebben."

Bronnen:
Nationaal Archief, Den Haag, Admiraliteitscolleges XIII Hinxt, 1763-1795, nummer toegang 1.01.47.09, inventarisnummer 4
Blaeu, Toneel des Aerdrijcks, ofte Nieuwe Atlas, blz 171

2marieke54
Mrz. 19, 2008, 2:55 pm

Een heel aardig boek over Patmos, vond ik dat van Peter France, Patmos : een heilig eiland . Voor degeen die geïnteresseerd is in Patmos' bekendste bezoeker, Johannes, is er het drieluik van Jan Nieuwenhuis, Johannes de Ziener : geschriften voor de gemeente van nu. In deze leesbare studie wordt diep ingegaan op achtereenvolgens het Evangelie, de Brieven en de Openbaring van Johannes. Voor de liefhebber erg de moeite waard.