Auf ein Miniaturbild klicken, um zu Google Books zu gelangen.
Lädt ... The West and the Rest: Globalization and the Terrorist Threat (Original 2002; 2007. Auflage)von Roger Scruton
Werk-InformationenThe West and the Rest: Globalization and the Terrorist Threat von Roger Scruton (2002) Keine Lädt ...
Melde dich bei LibraryThing an um herauszufinden, ob du dieses Buch mögen würdest. Keine aktuelle Diskussion zu diesem Buch. In dit boek vergelijkt de filosoof Scruton de politieke cultuur van het westen met die van de islamitische wereld. Maar hij neemt ook de manier waarop in het westen met politiek, cultuur en identiteit wordt omgegaan, onder de loep. Dat mondt uit in een conservatief, anti-kapitalistisch programma. Lees verder.... Zeige 4 von 4 keine Rezensionen | Rezension hinzufügen
Prestigeträchtige Auswahlen
In this astonishing new book, Roger Scruton argues that to understand adequately the roots of Islamic terrorism, one must understand both the unique historical evolution of the state and the dynamic of globalization.With extraordinary perception, Scruton Keine Bibliotheksbeschreibungen gefunden. |
Aktuelle DiskussionenKeineBeliebte Umschlagbilder
Google Books — Lädt ... GenresMelvil Decimal System (DDC)291.1787Religions Other Religions Comparative Religion; Mythology (No Longer Used) Mythologies Theologies Religions and Particular Groups of PeopleKlassifikation der Library of Congress [LCC] (USA)BewertungDurchschnitt:
Bist das du?Werde ein LibraryThing-Autor. |
Scruton is een schrander man, dat is duidelijk. Zijn analyse van waar het Westen voor staat is niet zomaar van tafel te vegen. In de eerste hoofdstukken peilt hij naar de eigenheid van de Westerse instellingen, in een erg gecondenseerde stijl die soms moeilijk leest. Essentieel voor hem zijn de begrippen ‘territoriale jurisdictie’ (dus de soevereiniteit van de natiestaat, beperkt tot een specifiek geografisch domein) aan de ene kant, en de ‘loyaliteit van de burger’ van die natiestaat aan de andere kant, door Scruton ook wel ‘lidmaatschap’ genoemd, het gevoel te behoren tot die specifieke natiestaat. Afgebakende jurisdictie en loyaliteit zijn in de Westerse natiestaat twee met elkaar verbonden aspecten van hetzelfde fenomeen, en ze zijn de vrucht van de Verlichting.
Dit is een interessante visie, want ze geeft terecht aan dat de eigenheid van het Westen niet beperkt blijft tot zoiets instrumenteels als verkiezingen, maar dat eerder cultureel-institutionele aspecten de doorslag geven. Het probleem is dat Scruton boudweg stelt dat deze fenomenen buiten het Westen (grosso modo Europa en Noord-Amerika) gewoon niet bestaan. Integendeel, regimes op andere continenten, zelfs al zijn ze soeverein en zelfs al hebben ze een zeker democratisch aanschijn, zijn meestal het loutere instrument van potentaten en hebben geen persoonlijke rechtspersoonlijkheid waarmee hun inwoners zich identificeren. Ook al gaat dat op voor een heleboel staten, met zijn polariserende stelling veegt Scruton zomaar eventjes Latijns-Amerika, Afrika en vooral Azië op één hoop, en dat is op zijn minst bedenkelijk (trouwens, ook het predicaat ‘het Westen’ is zo’n veralgemening die de werkelijkheid geen eer aandoet).
Zoals gezegd richt Scruton zijn pijlen vooral op de islam; er gaan geen 5 bladzijden voorbij of de houding of visie van de islam wordt in contrast gezet met de Westerse ‘waarden’, en in een uitgebreid derde hoofdstuk zoomt hij uitdrukkelijk in op het gevaar van de islam in zijn geheel. Opnieuw raakt Scruton uiteraard grond, en legt hij pijnpunten bloot die niet zomaar te negeren zijn: er zitten in de traditionele islam zeker elementen die verschillen van de westerse manier van aanvoelen en doen; dat is op zijn minst een min of meer neutrale vaststelling. Maar ook hier is het probleem dat Scruton alles tot in het absolute veralgemeent en voorbijgaat aan de enorme diversiteit in denken en doen in de moslimgemeenschappen; typerend is dat hij de islamwereld beperkt tot het Midden-Oosten en de radicale kernen in het Westen, dat hij Azië helemaal buiten beeld laat en zijn analyse van de islam beperkt tot wat de grondteksten en -tradities zeggen.
Scruton verbindt dat gevaar dat van de islam (in zijn algemeenheid) zou uitgaan met de teloorgang van de kernwaarden van de Westerse samenleving, door dat Westen zelf. Onder de titel “verloochening” betoogt hij hoe de westerse samenleving zichzelf ondermijnt en in de vernieling helpt. Tegenover het universalisme van de Verlichting en het geloof in objectieve waarheid is er volgens hem een relativisme gekomen in de vorm van het politiek correcte denken, het multiculturalisme (waarvan hij een zeer enge en erg gekleurde definitie geeft), het radicale feminisme, de deconstructiefilosofen, de modernistische bouwstijl en de “seks- en drugslevensstijl van de moderne tiener” (sic). Scruton ontbindt hier al zijn duivels en gooit alles op een hoop. En zijn giftigste pijlen richt hij vooral op de mondiale instellingen zoals de VN en de EU die het beginsel van territoriale jurisdictie van de Westerse natiestaten systematisch ondergraven. Opnieuw: zijn kritiek is tot op zekere hoogte gerechtvaardigd, maar zijn extreem ultra-conservatisme maakt Scruton curieus genoeg tot impliciete bondgenoot van andere radicalismen, zoals het extremistisch islamisme, die strijden tegen de Westerse beschaving. Zo vallen in dit boek enkele curieuze conclusies op, zoals dat de islamitische madrassas (de scholen waar islamonderwijs wordt gegeven, nu dikwijls gezien als broeihaarden van radicalisering) door hem geprezen worden omdat ze veel beter moreel onderwijs geven dan het westerse onderwijs; en dat de leden van Al Quaeda door hun meestal westerse vorming ook gezien hebben hoe leeg die beschaving geworden is, een stelling die dus ook door Scruton zelf onderschreven wordt.
Ik heb de neiging om bij mensen die zich fanatiek of extreem polemiserend opstellen in eerste instantie goed te kijken naar wat ze precies zeggen en af te wegen of er grond zit in hun stellingen. Maar tegelijk heb ik ook de reflex om me de vraag te stellen wat er in het persoonlijk leven van deze mensen speelt, in hun diepste psychologie die maakt dat ze zo extremistisch geworden zijn. Tijdens het lezen van dit boek, vooral in de tweede helft, had ik dit ook. Uiteraard ken ik Scruton te weinig en wil ik hem ook als persoon respecteren, maar de vraag is echt wel relevant. Deze denker biedt interessante inzichten die naar waarde geschat moet worden, maar zijn denken is duidelijk ‘besmet’ door ervaringen die zijn redelijk inzicht vertroebeld hebben en hem de extreme weg opgestuurd hebben. Je kan natuurlijk zeggen: soms is het nodig dat de harde contouren van de waarheid worden gezegd, en daar kan ik inkomen, maar in dit geval is er duidelijk meer aan de hand, en dat doet naar mijn aanvoelen toch afbreuk aan de grote intellectueel die Scruton zeer zeker is. ( )