StartseiteGruppenForumMehrZeitgeist
Web-Site durchsuchen
Diese Seite verwendet Cookies für unsere Dienste, zur Verbesserung unserer Leistungen, für Analytik und (falls Sie nicht eingeloggt sind) für Werbung. Indem Sie LibraryThing nutzen, erklären Sie dass Sie unsere Nutzungsbedingungen und Datenschutzrichtlinie gelesen und verstanden haben. Die Nutzung unserer Webseite und Dienste unterliegt diesen Richtlinien und Geschäftsbedingungen.

Ergebnisse von Google Books

Auf ein Miniaturbild klicken, um zu Google Books zu gelangen.

Lädt ...

Gedachtevrijheid versus godsdienstvrijheid

von Jonathan I. Israel

MitgliederRezensionenBeliebtheitDurchschnittliche BewertungDiskussionen
512,967,779 (3.5)Keine
Kürzlich hinzugefügt vonRobdeVries, KarelDhuyvetters, Theunissen, PimPhilipse
Keine
Lädt ...

Melde dich bei LibraryThing an um herauszufinden, ob du dieses Buch mögen würdest.

Keine aktuelle Diskussion zu diesem Buch.

Dit is een vreemde verzameling van bijdragen rond de Thomas More-lezing die Jonathan Israel in 2006 hield aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Het begint met een inleiding over de figuur van Jonathan Israel en zijn merkwaardig succes in Nederland. Dan volgt de tekst van zijn lezing, waarin hij op zijn bekende magistrale manier de kernideeën van de Verlichting en de belangrijke rol daarin van Spinoza en de Nederlandse vroege Verlichtingsdenkers beschrijft en toelicht. Vervolgens is er de uitgeschreven tekst van het interview en de vragen uit het publiek na de lezing. Daarna komen er twee essays, die een soort van antwoord proberen bieden op wat professor Israel in zijn lezing en in de (toen) twee al verschenen delen van zijn Verlichtingstrilogie naar voren brengt.
De zin van een dergelijk amalgaam ontgaat me. Misschien vond men de lezing alleen, een twintigtal pagina’s, te weinig om in druk te geven. Naar mijn aanvoelen had men dat toch maar beter gedaan. De inleiding is leuk maar niet meer dan dat en het interview is weinig verhelderend en dus even overbodig. Over de twee aanvullende essays wil ik kort zijn. Indien ze al op eigen merites een weg zouden gevonden hebben naar een of ander filosofisch vaktijdschrift, dan vallen ze hier helaas opvallend uit de toon in het gezelschap van zelfs een gelegenheidstoespraak van Jonathan Israel. De helderheid van betoog die de Meester hier ten toon spreidt staat in schril contrast met de (ver) gezochte gedachtekronkels van de beide respondenten.
Het onderwerp is nochtans interessant genoeg. Het is een thema waarmee wij vandaag nog steeds niet in het reine zijn. Verlichte denkers waren en zijn ervan overtuigd dat indien iedereen zou denken en handelen volgens de beginselen van de Verlichting, de wereld een betere plaats zou worden. Zij menen tevens dat die andere ideologie, de godsdienstige, niet tot hetzelfde resultaat kan leiden, omdat ze berust op verzinsels, op een wereldbeeld dat niet rationeel kan verantwoord worden. Nochtans erkent elk Verlicht denker die zichzelf respecteert dat wij niet anders kunnen dan tolerant zijn, ook tegenover de godsdienstige ideologie en zelfs wanneer die godsdiensten notoir intolerant zijn, niet het minst tegenover het atheïstische Verlichtingsdenken.
Vanuit onze verlichte principes moeten wij dus een volstrekte intellectuele verdraagzaamheid onderhouden tegenover mensen die ons feitelijk het liefst de mond willen snoeren en zelfs uitroeien en dat ook geprobeerd en gedaan hebben. Wij moeten dus wetens en willens datgene dulden waarmee we het zelf het meest oneens zijn. Wij respecteren een volledige godsdienstvrijheid uit hoofde van de absolute vrijheid van denken die wij voorstaan, terwijl de godsdienst die vrijheid van denken even absoluut ontkent en de godsdienstvrijheid beperkt tot de eigen strekking, met uitsluiting van alle andere ideeën.
Dat is de situatie waarin Spinoza zich bevond in de tweede helft van de zeventiende eeuw, maar het is ook even goed vandaag het geval. Wij worden geconfronteerd met christelijk en moslimfundamentalisme en met extreme religieuze onverdraagzaamheid, onderling zowel als tegenover het atheïsme. Moslims zowel als christenen zweren bij het creationisme en Intelligent Design. Godsdiensten eisen het recht op om de maatschappij in te richten volgens hun opvattingen, bijvoorbeeld de Sharia als burgerlijke strafwet en het onderwijs volgens christelijke of islamprincipes.
Als weldenkende burgers kunnen we niet anders dan geschokt zijn door deze godsdienstwaan, net zoals Spinoza gechoqueerd was door de religieuze houdingen, uitspattingen en aberraties van zijn tijd. Maar als verdraagzame mensen moeten we aanvaarden dat andere mensen anders denken dan wij. Dat is niet gemakkelijk. Want onze overtuiging dat de anderen ongelijk hebben is onvermijdelijk een niet aflatende uitnodiging om daar iets aan te doen. Dat was althans het aanvoelen van Spinoza en het is ook wat ik denk; anders had Spinoza zijn boeken niet geschreven, anders zou ik op mijn meer bescheiden manier niet voortdurend het Verlichte standpunt verdedigen en het godsdienstige aanvallen en weerleggen.
Bij Jonathan Israel is het duidelijk: hij is niet alleen een historicus, meer bepaald iemand die de Ideeëngeschiedenis beoefent en een (geschiedenis-)filosoof, hij is ook een activist: hij wil dat de Verlichtingsideeën van Vrijheid, Gelijkheid en Solidariteit zegevieren, omdat het de enige manier is om tot een betere wereld te komen. Hij is daarover ontroerend duidelijk en expliciet, er is bij hem geen zweem van twijfel over zijn engagement. Hij bepleit zijn zaak met verve en met het heilig vuur van zijn overtuiging. Hij weet wat goed is en wat kwaad en hij weet wat ons te doen staat.
Dat kan men niet zeggen van de beide respondenten. Zo las ik bij Terpstra (p. 89) deze voor mij zonder meer verbijsterende zin: ‘Waarom zou bijvoorbeeld het verlangen van iemand naar de zekerheid van een autoritaire godsdienst moeten wijken voor het verlangen van iemand naar een gezond, welvarend en lang leven?’ Ik had nooit gedacht zoiets ontstellend te moeten lezen bij een filosoof, en dan nog als een kritiek op Spinoza… Als academische filosofie dat al niet meer inziet, namelijk dat er zeer goede redenen zijn om het verlangen naar een menswaardig bestaan een hogere waarde toe te kennen dan het verlangen om door een godsdienst allerlei waanideeën voorgeschoteld te krijgen, dan moeten we er maar me ophouden, meen ik en die mensen niet meer betalen om dergelijke onzin uit te kramen.
Men moet verdraagzaamheid inderdaad niet verwarren met intellectuele lafheid. Het is ongetwijfeld zo dat wij aan de anderen zonder meer dezelfde vrijheid van gedachte moeten toekennen die wij zelf opeisen, ook als zij dat bepaald niet doen. Maar dat betekent niet dat wij blind moeten zijn voor de onwaarheid van die andere gedachten en van het onheil dat zij veroorzaken.
Laat ons concreet zijn. Toen het Nazisme opkwam, was het voor de meeste waarnemers duidelijk dat dit een gevaarlijke ideologie was, omdat zij de democratische principes met voeten trad. Men kan toch in eer en geweten niet stellen en volhouden dat men zich toen moest onthouden van alle kritiek op het Nazisme, omdat iedereen nu eenmaal het recht heeft om te denken wat men wil? Het katholicisme heeft zich, dat staat nu wel historisch vast, altijd en overal schuldig gemaakt aan verregaand seksueel misbruik van machteloze slachtoffers. Moeten we dat, zoals de katholieke kerk, dan maar met de mantel der liefde bedekken, omdat mensen nu eenmaal vrij zijn om te denken wat ze willen?
Wanneer iemand ervan overtuigd is dat zijn medemens lijdt aan waanideeën, is het niet alleen een spontane reactie maar zelfs onze hoogste medemenselijke plicht om hen daarop te wijzen. Dat kan op een beschaafde manier, maar soms is het ook nodig om harde woorden te spreken. Wat we echter vooral niet moeten doen, dat is mensen verbieden om te denken, te schrijven en te spreken. Als pedofielen of racisten opkomen voor hun zaak, dan moet dat kunnen. Het zou verkeerd zijn om hen dat recht op vrije meningsuiting te ontzeggen. Maar daartegenover staat dat het onze verdomde plicht is om op hun opinie te reageren en te wijzen op de gevaren voor de maatschappij van wat zij voorhouden.
De vrijheid van gedachte en van meningsuiting betekent helemaal niet dat alle gedachten evenwaardig zijn, dat heeft er niets mee te maken: alle gedachten, ook de meest idiote of bedreigende, mogen geventileerd worden. De vrijheid van meningsuiting heeft niets van doen met het oordeel dat men over die mening kan hebben. Het is precies in de confrontatie van al de menigvuldige en uiteenlopende en zelfs bizarre ideeën dat wij mensen tot een beter begrip van onszelf komen en zo bijdragen tot een betere wereld voor iedereen.
Wij moeten de dingen steeds zien in het perspectief van onze samenleving. Vrije meningsuiting is een heilig principe, omdat het tegenovergestelde ervan steeds leidt tot onvrijheid, onderdrukking en machtswellust. Maar gevaarlijke ideeën zijn eveneens een bedreiging voor onze samenleving en als dusdanig moeten ze niet verboden, maar ontmaskerd en bestreden worden. In die zin ben ik een tegenstander van het wettelijk verbod op negationisme, op het ontkennen van de misdaden van het Nazisme, hoe vreselijk ik het ook vind dat iemand zoiets kan zeggen of schrijven. Maar moeten we dan alles verbieden? Wat met andere misdaden tegen de mensheid zoals die van allerlei communistische en kapitalistische regimes, de uitroeiing van de Armeniërs door de Turken, de Killing Fields enzovoort? We kunnen en mogen niet alle waanideeën verbieden. Maar we moeten ze wel bestrijden!
Geef mij dus maar de heerlijk duidelijke en helder verwoorde standpunten van zowel Spinoza als Jonathan Israel en bespaar me de duizend verwarrende en verwarde kwalificaties die sommige beroepsfilosofen aan hun stellingen en teksten menen te moeten toevoegen. Ook zij hebben recht op hun mening, maar als ik mag kiezen… ( )
1 abstimmen KarelDhuyvetters | Jan 11, 2012 |
keine Rezensionen | Rezension hinzufügen
Du musst dich einloggen, um "Wissenswertes" zu bearbeiten.
Weitere Hilfe gibt es auf der "Wissenswertes"-Hilfe-Seite.
Gebräuchlichster Titel
Originaltitel
Alternative Titel
Ursprüngliches Erscheinungsdatum
Figuren/Charaktere
Wichtige Schauplätze
Wichtige Ereignisse
Zugehörige Filme
Epigraph (Motto/Zitat)
Widmung
Erste Worte
Zitate
Letzte Worte
Hinweis zur Identitätsklärung
Verlagslektoren
Werbezitate von
Originalsprache
Anerkannter DDC/MDS
Anerkannter LCC

Literaturhinweise zu diesem Werk aus externen Quellen.

Wikipedia auf Englisch

Keine

Keine Bibliotheksbeschreibungen gefunden.

Buchbeschreibung
Zusammenfassung in Haiku-Form

Aktuelle Diskussionen

Keine

Beliebte Umschlagbilder

Gespeicherte Links

Genres

Klassifikation der Library of Congress [LCC] (USA)

Bewertung

Durchschnitt: (3.5)
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5 1
4
4.5
5

Bist das du?

Werde ein LibraryThing-Autor.

 

Über uns | Kontakt/Impressum | LibraryThing.com | Datenschutz/Nutzungsbedingungen | Hilfe/FAQs | Blog | LT-Shop | APIs | TinyCat | Nachlassbibliotheken | Vorab-Rezensenten | Wissenswertes | 204,456,506 Bücher! | Menüleiste: Immer sichtbar