Jos van DijkRezensionen

De vrijheid van meningsuiting - in de meest brede zin: uitingen in woord en geschrift, maar ook via audiovisuele media of in de reclame en in (beeldende) kunst - is een groot goed en in de Nederlandse wet verankerd. Toch zijn er grenzen aan die vrijheid van meningsuiting: niet alleen juridische, maar ook morele; bovendien lijkt het recht op de vrijheid van meningsuiting tegenwoordig steeds meer onder druk te staan. De grenzen en belemmeringen van de vrijheid van meningsuiting verschuiven door de jaren heen, zo laat dit boek zien. Het biedt een grotendeels thematisch ingedeelde 'schandaalkroniek' van inbreuken op de vrijheid van meningsuiting in Nederland gedurende de afgelopen decennia: van majesteitschennis tot het eerste 'bloot'op tv, van rechtzaken tegen schrijvers als Reve en Hermans tot Theo van Gogh en Hirsi Ali en van antireligieuze uitingen tot politieke doofpotten en klokkenluiders. Het boek besluit met enkele uitgangspunten voor het bepalen van grenzen aan de uitingsvrijheid. De auteur is docent aan de Haagse Hogeschool. Dr. H.W.Bomert voor NBD Biblion